Kasteeltuin Culemborg

Onderaardse gangen van Culemborg?!

Door Kasteeltuin Culemborg

Sommige Culemborgers zeggen te weten dat onder het oudste deel van de stad een vluchtweg te vinden moet zijn. Die zou lopen van ’t inmiddels verdwenen kasteel naar het 15de eeuwse Drostehuis (afb.A) aan de Slotstraat.

drs2zes

Hoewel van Culemborgs ”ondergrondse” feitelijk niets is hard gemaakt, blijven de verhalen van mond tot mond gaan.
Op de gravure van Joannes Blaeu (1649) is uiteraard geen onderaardse gang te zien, wel een lange smalle brug, uitkomend in een poortje van de oostelijke stadsmuur.

Blaeu1649tunnel2acht

Is dat een vluchtweg, te gebruiken in roerige tijden? Te denken valt aan de 16de eeuw toen er een Spaanse dreiging was. Floris I van Pallandt voelde zich toch alles behalve veilig en vluchtte in 1567 naar zijn Duitse bezittingen uit vrees voor Alva. Het kasteel werd van 1572 tot 1574 door Spaanse soldaten bezet.
Of zij de vluchtbrug vernield hebben, is niet duidelijk.

Wel is pas later, in 1593, een nieuwe brug over de westelijke slotgracht gelegd. Volgens het bestek was deze 28 meter lang en liep van de Grote zaal naar de stadsmuur.

De brug wordt ook gezien als een korte binnen doorweg via de perenboomgaard naar het dubbelhuis (afb.A) op de hoek van de Slotstraat en de Lange Meent. Dit huis en nog vier andere kwamen in 1511 in bezit van Vrouwe Elisabeth van Culenborch.
De hoofdburcht was aan de Westzijde nog niet zolang uitgebreid (ca. 1500).

Na het tweede huwelijk van Elisabeth met Anthonis de Lalaing in 1509 kwam er een nieuwe stove of warme kamer.

De kaart van Jacob van Deventer (1559) laat zien dat er van deze nieuwbouw met twee traptorentjes reeds een brug liep naar de stadsmuur. Vrouwe Elisabeth kon via deze route ook naar de St. Barbara of hoofdkerk gaan.

De vraag is of deze betrekkelijk eenvoudige vluchtweg “bovengronds” de enige realiteit was. Een ondergrondse tunnel blijft nog steeds onderwerp van gesprek. Tijden is het stil, dan steekt ’t verhaal de kop weer op.

Eén verhaal willen wij u niet onthouden.

Tijdens de opgravingen rond 1990 vroeg Ton Janssen zich af waarom de ondergrondse gang nog niet gevonden was. Hij had namelijk als kleine jongen van een jaar of acht met zijn vader in een eindeloos diep gat gekeken. En met hem nog vele anderen!

Zijn vader verbood hem erin te kruipen, want die tunnel zou zo maar in kunnen storten.

Hij had ’t oude Culemborgers zelf horen zeggen: hier begon de onderaardse gang van de stad!

Hij was inmiddels 50 jaar, maar wist niet meer waar hij destijds stond te kijken. Uiteindelijk hield hij het op de kasteeltuin, binnen de grachten.

Hoe serieus kon je de waarneming van een kind inschatten, meer dan 40 jaar geleden?

Vol ongeloof hoorden de gravers het verhaal aan. De vluchtweg zou onder een meer dan tien meter brede slotgracht doorgelopen hebben!

Ondernemers van bouwbedrijven glimlachten als hun mening gevraagd werd. Met het grondwater zouden zich onoplosbare problemen voordoen, zeker in Culemborgse omstandigheden. Zo’n 500 jaar geleden was een tunnel meters diep onder de slotgracht door technisch onbegonnen werk.

De opgravingen van de hoofdburcht leverden “zero-information” op.

De waarneming van Ton Janssen moest vermoedelijk niet ver buiten de kasteeltuin hebben plaatsgevonden.

Of het zo moest zijn, bij Slotstraat 13 hield de zoektocht tenslotte op. Aan ’t begin van deze straat hadden rond 1950 inderdaad ingrijpende grond- en sloopwerkzaamheden plaatsgevonden. Ton was toen 8 jaar.

Het oude pand van Van Ledden Hulschebos onderging een ware metamorfose. Het werd aan de grachtzijde deels afgebroken om plaats te maken voor een Christelijk Jongensinternaat. (125 jaar Christelijk Onderwijs, 1988 – pag. 170) (afbeelding B)

alg3negen

Op een gegeven moment kwam bij die afbraak o.a. de stadsmuur in beeld en werd de aandacht getrokken door een vreemd gat. Men wist het toen blijkbaar niet thuis te brengen. Maar het was de kelderruimte onder de voormalige muurtoren. In 1740 wordt eigenaar, de hofraad Wijnen, genoemd. Op een prachtige aquarel van Cornelis Springer uit 1864 staat die toren nog afgebeeld. Naast de oude Slotpoort of Fabriekspoort. (afbeelding C)

(Culemborg, beeld van een stad, P.Beltjes, P.Schipper – 1988 pag.78 e.v.)

Een advertentie uit 1796 vertelt dat er achter de muurtoren twee vertrekken aangebouwd zijn. Deze hadden “een verwulfde kelder”.

(Extra Nieuws,19-01-2000, Monumentenpraat – Bert Blommers)

De kadasterkaart uit 1826 laat de vergrote muurtoren zien, die nog jaren bewoond werd.
sit1826b

  1. Muurtoren
  2. Fabriekspoort
  3. Oude kasteelterrein
  4. Drostehuis
  5. Stadhuis
  6. Elisabeth Weeshuis
  7. Barbarakerk

Ton Janssen zag in 1949 ongetwijfeld ter hoogte van Slotstraat 13 drie kelderruimtes achter elkaar!

Bij de sloop werden die zodanig opengetrokken, dat een onderaardse tunnel in beeld leek te komen. De werkelijkheid was anders.

Oude Culemborgers die stonden te kijken, kwamen natuurlijk met ’t verhaal van de proost Jan van Bueren op de proppen. In 1428 werd hij na een nachtelijke inval “uit het riool” getrokken, waar hij zich volgens de overlevering had verstopt “digte bij de Slotspoort”. Praktisch op dezelfde plek!

Hij moest ook ontdekken dat het Culemborgs rioolstelsel hem geen vluchtweg bood.

Een goed verhaal gaat er altijd in. Sterke verhalen zijn van alle tijden. In het riool van de onderaardse gang van Culemborg lijkt de kern van waarheid miniem te zijn.

U kunt zich melden als u zelf een bijzondere ervaring of waarneming heeft gedaan die binnen ’t kader van dit onderwerp vallen.

Stuur ons dan een e-mail.